maandag 17 september 2007

tweede werkdag

Tweede werkdag. Weer aan de slag. De zon brandt al vanaf 6 uur, het wordt dus superheet. Insmeren is de boodschap.

Een deel van de groep gaat terug aan de slag op werf, een ander deel staat in het vervoer van materiaal naar de werf. We laden de vrachtwagen vol met hout en als we klaar zijn, blijkt er geen benzine te zijn. Na een tijdje Congolees wachten is er eindelijk benzine en vertrekken we in Afrikaanse stijl richting werf, m.a.w. boven op de lading hotsen en botsen we over de putten van Beni. Bovendien blijkt onze vrachtwagen over geen remmen te beschikken. Bij de derde lading hout gaat het mis. Halverwege de onberijdbare zandweg vallen stil. Benzine is op. Binnen de kortste keren zijn we omringd door een grote groep kinderen. Om het geheel kompleet te maken barst er boven ons hoofd een onweer los met een gigantische regenbui. We mogen schuilen in een plaatselijke hut. Niet te geloven hoe mensen hier leven.

In raak in gesprek met onze chauffeur. 3 dollar per dag heb je hier nodig om te kunnen overleven. Hij verdient 1 dollar per dag. We lijden, zegt hij, maar het is een eer om te lijden in Congo. Hij lacht uitbundig, maar het is een beetje groen. Congo beschikt over alles zegt hij. Grondstoffen, voedsel en mineralen, maar toch wil het niet lukken. De corruptie is de duivel van Congo. Ik geef hem een hand, hij lacht.

Rafiki zegt hij en gaat opzoek naar benzine.

Geen opmerkingen: